Van koffieklets op Discord tot kunst via livestream
Vele door JINT ondersteunde projecten gingen tijdens de pandemie deels of helemaal digitaal. Het digitale werken stelden het aanpassingsvermogen van heel wat organisaties op de proef. Maar hoe ervoeren de deelnemers zelf de digitale dimensie van die projecten? We vroegen het aan Mattias Buysens (trainer en facilitator voor vormingen), Anton Driessen (evenementenbezieler) en Olaya Alonso Lopez (European Solidarity Corps-vrijwilliger).
BIO
Mattias (35) is freelance trainer en facilitator. Samen met JINT werkte hij een alternatief uit voor de ontmoetingsmomenten van jongeren die vrijwilligerswerk doen via het European Solidarity Corps. Dat werd What’s Up: een on- én offline project in het voorjaar van 2021 om die internationale jongeren samen te brengen en te praten over moeilijkheden die ze ervaren tijdens hun vrijwilligersperiode.
Voor mij als facilitator
is veiligheid garanderen,
interactie en ruimte creëren
steeds het belangrijkste.
In gesprek met … Mattias Buysens
“What’s Up had de bedoeling om ruimte te creëren, een ruimte waar jongeren ervaringen kunnen delen. Het is een gigantische meerwaarde als Europese vrijwilligers heel open kunnen communiceren over de moeilijkheden die ze meemaken, in een veilige ruimte. Ik was daarbij de facilitator en gaf het woord aan de jongeren zelf.
Online ontmoetingen of online ruimte geven aan jongeren om te babbelen pak ik hetzelfde aan als offline. Ik zorg ervoor dat iedereen zich veilig voelt. Zo deden we een korte voorstelling online en maakten we gebruik van de break-out rooms zodat iedereen 1-op-1 gesprekjes kon hebben met elkaar. Ik probeer zo interactief mogelijk aan de slag te gaan en te zorgen dat iedereen met elkaar kan praten.
We merkten wel dat deelnemers na een tijdje online meetings beu raken. Daarom is er ook overgeschakeld naar offline ontmoetingen in Antwerpen, Brussel, Leuven en Gent. Er waren heel veel vrijwilligers die nood hadden om elkaar in kleinere groep in het echt te zien. Als facilitator heb ik gefocust op het ongedwongen delen met elkaar.
Zowel on- als offline werken heeft voordelen. Voor mij als facilitator is veiligheid garanderen, interactie en ruimte creëren daarbij steeds het belangrijkste.”
In gesprek met … Anton Driessen
“Het begon met feestjes in leegstaande gebouwen. Daar gaven we de kans aan jonge kunstenaars om samen tentoon te stellen. De combinatie van kunst en muziek vinden wij ideaal. De kern van GROEF is om evenementen op een artistieke manier aan te pakken.
Tijdens corona zetten we een aantal nieuwe evenementenreeksen op poten. Zoals Nomadic Exhibition, waar we een kunstenaarsroute verbonden met Leuvense handelaars. Een tweede project was een reeks livestreams waar we carte blanche gaven aan jonge kunstenaars, collectieven, muzikanten en organisatoren. Het concept lag al voor corona vast en de eerste livestream viel er middenin. We streamden een jonge kunstenaar die een choreografie had uitgewerkt, in combinatie met live muziek en een DJ. Nadien deden we om de drie maanden een livestream. Na vijf edities merkten we wel dat het moeilijker werd om publiek te bereiken.
We hebben er veel uit geleerd. Op termijn zien we de livestreams als een middel om samen met andere organisaties in andere landen iets te doen. Het biedt veel kansen om over de grenzen heen te werken. Als organisatie gebruiken we zelf veel digitale communicatiekanalen. Soms kan een project ook online starten. Het potentieel is er zeker, maar op dit moment zien we vooral veel online moeheid.”
BIO
Anton (21) is student en bezieler van GROEF, een Leuvens collectief dat evenementen opzet rond kunst en cultuur. GROEF kreeg in 2020 subsidies voor een solidariteitsproject via het European Solidarity Corps. En in 2022 staat een participatieproject via Erasmus+ Jeugd op de agenda.
Op termijn zien we
livestreams als een middel
om samen met andere
organisaties in andere
landen iets te doen.
In gesprek met … Olaya Alonso Lopez
“Al mijn spullen pakken en naar een ander land verhuizen voor een vrijwilligerservaring? Zeker! Maar tijdens een pandemie? Daar twijfelde ik toch over. Toch besliste ik om het te doen.
Het eerste gedeelte van mijn vrijwilligerswerk bracht ik in België op mijn kamer door, daarna kon ik af en toe naar kantoor gaan. Normaal was een deel van het vrijwilligerswerk culturele activiteiten op poten zetten voor Destelheide. Omdat ik de normale werking van de organisatie niet kende, was dat uitdagend en écht moeilijk. Ik moest al gewend geraken aan de Belgische manier van werken, en dan nog online …
Met online communiceren was ik wel al vertrouwd: ik deed voordien ook veel video calls, mijn vrienden wonen allemaal redelijk ver in Spanje. In mijn vrije tijd in België gebruikte ik Discord, da’s net zoals een koffietje drinken in groep. Je hoeft geen uur af te spreken met je vrienden, je kijkt gewoon wie er op dat moment online is. Je kan ook samen muziek van Spotify luisteren of samen studeren of werken.
Naast mijn vrijwilligerswerk kreeg ik de kans om online taallessen Nederlands te volgen. Dat was soms makkelijker omdat je dan het begin en einde van de les kon kiezen.
Dankzij alle kansen die Europa biedt aan jongeren ben ik hier. Ik ben heel dankbaar: het was het waard om tijdelijk te verhuizen. Ik ben blij dat ik de keuze heb gemaakt, maar online werken zou ik niet aanraden. Ik ben er niet tegen, maar meestal heb ik betere ervaringen in het echte leven.”
Dit artikel verscheen in de 6de editie van het SCOOP-magazine. Bekijk het overzicht van alle edities.